De Bethlehemster

Lucas kende een haat-liefdeverhouding met Kerst. Hij was al jaren geleden gestopt met het leuk te vinden, maar toch bemande hij ook dit jaar een kraam op de kerstbraderie in zijn woonplaats. Eigenlijk was de kraam te groot voor zijn activiteiten. Meer dan een schetsblok en een paar potloden had hij niet nodig om zijn kunsten te vertonen. Hij deed het niet voor het geld, al was de pot voor de vrijwillige bijdragen goed gevuld. Nee, voor hem ging het vooral om de afleiding, het wegvluchten in een wereld van lijnen en vormen en het creëren van een andere werkelijkheid. Lees verder

Berouwvolle kerst

Half verscholen achter een boom keek hij naar de woning aan de overkant van de straat. Aan de deur hing een dennenkrans met rode strikjes erin en achter het woonkamerraam brandden de lichtjes van de kerstboom. Hij zag niemand, maar wist dat ze thuis was. Misschien was dit het moment om in actie te komen. Hij wendde zijn blik af en keek naar de gele envelop in zijn hand. Een jaar geleden had hij hier ook gestaan, maar droop hij af omdat hij niet wist hoe hij het onder woorden moest brengen. Daarom had hij het dit keer opgeschreven. Het was makkelijker om de woorden door de brievenbus te gooien dan ze tegenover haar uit te spreken. Maar dit was zijn allerlaatste kans. Hij klemde zijn vingers nog steviger om de envelop, haalde diep adem en waagde het erop, terwijl hij in zijn hoofd de zorgvuldig gekozen woorden die op het papier stonden, herhaalde.
Lees verder

Het laatste kerstmaal

Zittend op een houten kist veegt hij de laag stof van de doos. Het duurde langer dan verwacht om hem te vinden tussen alle herinneringen waarvan binnenkort niemand meer weet zal hebben. Op dat soort momenten mist hij haar het meest. Als hij niet meer wist waar hij zijn sleutels had neergelegd, had Ellen ze binnen een paar minuten gevonden. En van elke doos op zolder had zij precies geweten wat erin zat. De beschrijving in haar sierlijke handschrift bovenop de doos is vooral voor hem bedoeld. Zo helpt ze hem zelfs nu nog om spullen terug te vinden. Lees verder

De Kerstmantel

Terwijl Peter achter zijn oma aan de keldertrap afloopt, ziet hij voor het eerst sinds hij een kleine jongen was, de werkplaats van zijn opa in de kelder. Tegen de achtermuur staan dozen gestapeld.
“Volgens mij bewaarde je opa daar de kerstversieringen,” zegt zijn oma met een vleugje weemoed in haar stem, “Elk jaar controleerde hij alle lampjes. Als er eentje kapot was, verving hij hem. Ik heb zo vaak gezegd dat hij gewoon een nieuw snoer moest kopen, maar hij wilde het niet.” Met een zakdoek dept ze haar ooghoeken droog. “Ik vind het fijn dat je komt helpen.”
Peter legt een hand op zijn oma’s schouder. “Geen probleem, oma. Straks staat de kerstboom weer gewoon in de hoek naast de haard.”
Lees verder