De Winterspiegel

Kreunend komt Nick overeind. Zijn hoofd voelt zwaar en zijn slapen bonken. Hij rilt en moet hoesten door de koude lucht die zijn longen in stroomt. Langzaam dringt het besef tot hem door dat een sneeuwdek door de openstaande deur naar binnen komt. Nick wankelt naar de deur en probeert hem te sluiten, maar hij krijgt er geen beweging in. Als hij naar buiten kijkt, ziet hij in alle richtingen een eindeloze witte vlakte.
Rillend van de kou loopt hij terug naar binnen. Hij bevindt zich in een kleine hut die hij niet kent, met in het midden een tafel waar twee houten stoelen onder zijn geschoven. In de verste hoek ziet hij een haard met de smeulende resten van een vuur. Naast de haard staat een grijze fauteuil onder een klein raam en daarnaast staat een verdorde kerstboom, versierd met witte ijspegels. Tegen de wand tegenover de deuropening staat een houten bed dat gedeeltelijk schuilgaat onder een dunne laag sneeuw. Nick schrikt als hij aan de wand naast het bed een spiegel ziet. Het is de spiegel van Christine en die hoort hier niet te hangen.

Nick loopt naar de spiegel en legt zijn hand tegen de bovenkant van de koperkleurige lijst die de vorm heeft van een sneeuwvlok. Vrijwel meteen verschijnt een wirwar van beelden in het spiegelglas. De gelukkige lach op het gezicht van Christine en de geboorte van Mia. Christine die naast de toiletpot zit, met haar handen voor haar ogen, gevolgd door een tweejarige Mia die moeite heeft haar evenwicht te bewaren in de verse sneeuw. De spreekkamer van de arts. Mia op schoot bij Christine die haar een boek voorleest. De fonkeling in Christines ogen op hun trouwdag en tenslotte Mia die hem vragend aankijkt omdat ze het gek vindt dat ze mama niet bij de uitvaart ziet.
Met beide handen grijpt hij naar zijn hoofd, terwijl hij een stap naar achteren doet. Hij kan zijn blik niet afwenden van de spiegel, waarin een herinnering van niet zo lang geleden verschijnt.

In de spiegel ligt Nick op de bank met zijn ogen dicht, terwijl op de televisie The Muppet Christmas Carol wordt afgespeeld, een van Christines favoriete kerstfilms. Een lege whiskyfles ligt naast hem op de bank en op de grond ligt een omgevallen wijnfles in een rode plas. Nick houdt een foto vast en terwijl hij er door de spiegel naar kijkt, bewegen zijn lippen geluidloos mee op het ritme van haar naam.

Het beeld in de spiegel verandert in het gezicht van Christine. Zodra Nick haar ziet, doet hij een stap naar achteren. “Nee, dit klopt niet. Ik… wat is dit voor droom?”
“Dit is geen droom, lieverd,” spreekt Christine hem toe vanuit de spiegel, “dit is de werkelijkheid die diep van binnen zit bij je.”
Hij schudt zijn hoofd. “Dit kan niet echt zijn. En waarom hangt je spiegel hier?”
“De spiegel was van mijn oma. Toen ik klein was, vertelde ze me dat het geen gewone spiegel is, vooral niet in de dagen rond Kerst. Als degene die er dan in kijkt de winter in zijn hart heeft, gunt de spiegel die persoon een kans om een naderend noodlot te voorkomen.”
Nick haalt diep adem. “Hoe word ik wakker uit dit alles?”
“Lieve Nick, je slaapt niet. De laatste maanden heb je je afgesloten voor anderen en voor je eigen emoties. Toen jij net thuis langs de spiegel liep, bleef je staan en keek je erin. De spiegel toont je nu hoe kil en eenzaam het in je hart is. Zelfs voor Mia is er geen plek meer, terwijl zij jouw warmte nu juist zo hard nodig heeft.”
“En wat heeft Mia te maken met mijn noodlot?”
“Morgen ga je haar ophalen. Kijk goed in de spiegel. En vergeet niet dat je dit nog kunt voorkomen.”
Voordat hij kan reageren, verdwijnt het gezicht van Christine uit de spiegel en ziet Nick zijn dochter. Ze staat in de voortuin van het huis van haar oma. Ze draagt haar rode winterjas en haar grijze muts en wanten. Om haar nek hangt een zwarte sjaal. Ze kijkt de straat in en elke auto die langsrijdt, volgt ze met haar blik. Haar oma verschijnt in de deuropening en kijkt op haar horloge. Ze schudt haar hoofd en verdwijnt weer in huis. Mia pakt een krijtje en tekent een groot hart op de tegels, waarin ze het woord “papa” schrijft. Ze kijkt hoopvol op als ze een autodeur dicht hoort slaan. Twee agenten lopen de voortuin in en zeggen iets tegen Mia’s oma, die haar hand voor haar mond slaat en met tranen in haar ogen naar haar kleindochter kijkt.

Het beeld is verdwenen uit de spiegel en Nick ziet zijn eigen spiegelbeeld. Er zitten grote, donkere wallen onder zijn bloeddoorlopen ogen. Zijn huid is bleek en zijn haren ogen vettig en zitten rommelig door elkaar. Bij het zien van de baardgroei rond zijn mond en kin, kan hij zich niet herinneren wanneer hij zich voor het laatst geschoren heeft.
“Christine?” Met zijn hand pakt hij de lijst van de spiegel beet. In de spiegel verschijnt nu het beeld van een snelweg onder een deken van mist. Met zijn rechterhand zoekt Nick in de tas op de bijrijdersstoel naar een appel. In plaats daarvan haalt hij er een blikje Heineken uit. Hij knikt instemmend en probeert het te openen. Het lukt hem niet meteen om met een hand het lipje omhoog te trekken, dus gebruikt hij twee handen om het te openen. Terwijl hij een slok neemt, ziet hij in gedachten Mia die op hem wacht. Aarzelend kijkt hij naar het blikje in zijn hand. Hij wordt zo in beslag genomen door de strijd in zijn hoofd, dat hij de rode zee van remlichten op de weg te laat opmerkt. Voordat hij hierop kan reageren, is er een harde knal, gevolgd door een fel wit licht.

Badend in het zweet schiet hij overeind. Nick kijkt om zich heen en herkent zijn eigen woonkamer. Hij staat op van de bank en met grote passen loopt hij naar de andere kant van de kamer, waar de spiegel hangt. Hij ziet gewoon zijn eigen spiegelbeeld, zoals hij dat ook kortstondig in de hut zag. Hij kijkt de woonkamer rond. Op de eettafel staat een bord met een stuk pizza erop. De post ligt verspreid over de tafels en de grond en hij ziet nog een lege wijnfles waarvan hij zich niet kan herinneren wanneer hij die heeft leeggedronken.
In de buffetkast vindt Nick een nieuwe fles Whisky. Hij draait de dop eraf en zet de fles aan zijn mond. Hij kijkt recht in de spiegel en ziet Christine die hem bezorgd aankijkt.
“Je hebt één kans om je lot te veranderen. Alsjeblieft, Nick, grijp die kans. Voor Mia. Ze heeft je nodig.”
Nick schudt zijn hoofd. “Ik weet niet hoe het verder moet, Chris, hoe kan ik twee ouders tegelijk zijn? Overmorgen is het 25 december, maar hoe kan het nog Kerst zijn zonder jou?”
Christine reageert niet. Nick kijkt weer naar zijn eigen spiegelbeeld. Hij brengt de fles weer richting zijn lippen. In zijn hoofd echoot Christine’s stem nog na. “Voor Mia.” Aarzelend kijkt hij naar de volle fles in zijn ene en de dop in zijn andere hand.

De volgende ochtend is Nick al vroeg wakker. Nadat hij zowel zichzelf als het huis grondig heeft schoongemaakt, staat hij met de autosleutel in zijn hand voor de spiegel. Hij legt zijn hand erop, maar er verschijnen geen bijzondere beelden en ook Christine praat niet tegen hem. “Alcohol kan gekke dingen met je doen,” fluistert hij tegen zichzelf. Daarna verlaat hij het huis en loopt naar zijn auto.

Er hangt een deken van mist boven de snelweg waar Nick overheen rijdt. Zijn maag knort en hij bedenkt dat hij nog een appel in zijn tas moet hebben. Hij voelt met zijn rechterhand in zijn tas, maar in plaats van een appel vindt zijn hand een blikje. Zodra hij het aanraakt, flitsen in zijn hoofd de beelden voorbij van Mia die op hem wacht, de remlichten en zijn moeder die haar hand voor haar mond slaat.
Hij passeert een bord dat aangeeft dat er over 600 meter een afslag is voor een tankstation en een restaurant. Voor hem licht de mist rood op en de matrixborden gaan aan. De auto’s voor hem remmen steeds verder af en in paniek neemt hij de afslag naar het tankstation.

Nick heeft zijn auto geparkeerd en leunt tegen de motorkap, terwijl hij naar het verkeer kijkt dat stilstaat op de snelweg. In zijn hand heeft hij de appel, maar hij heeft er nog geen hap van genomen. Hij denkt aan de laatste maanden met Christine, een periode waarin ze samen tevergeefs vochten voor haar leven. En hij denkt aan Mia. Hoe moet het voor een vijfjarige zijn om eerst haar moeder te verliezen en dan ook nog eens haar vader zo te zien afglijden? Een traan kruipt over zijn wang naar beneden. De appel valt op de grond en zijn schouders beginnen te schokken.

“Gaat het?”
Nick kijkt op. Voor hem staat een oudere, gezette man met een rode jas en een kerstmuts op zijn hoofd. Het enige wat nog ontbreekt is een baard.
“Ja, het gaat wel weer,” antwoordt Nick.
“U zag er nogal overstuur uit.”
“Ik heb gewoon een moeilijke periode achter de rug.”
“Ik wilde bij het restaurant een kop koffie gaan drinken. Kan ik u er ook een aanbieden?”
Nick schudt zijn hoofd. “Ik denk niet dat ik goed gezelschap ben. Bovendien moet ik mijn dochter ophalen.”
“Ik hoorde op de radio dat het verkeer geen kant op kan door een ongeval. We zijn hier dus nog wel even.”
Nick wijst naar de kerstmuts. “Er zit chaos in mijn hoofd. Ik zou alleen maar uw kerstsfeer bederven.”
De man slaat een arm om Nicks schouder. “Misschien kan ik u helpen met die chaos. Voor mijn pensioen was dat mijn werk. En daar bederft mijn kerstsfeer echt niet door hoor. Het hoort ook wel een beetje bij Kerst om elkaar te helpen, toch?”
Nick knikt. Hij pakt zijn tas uit de auto en loopt met de man mee naar het restaurant.

Zodra hij de auto heeft geparkeerd, stapt Nick uit en loopt met grote passen naar Mia, die met een krijtje in de hand in de voortuin van zijn moeder zit. Zodra ze hem ziet, rent ze naar hem toe. Nick tilt zijn dochter op en ze drukt haar gezicht stevig tegen hem aan.
“Ik heb je gemist, lieve Mia. Sorry dat ik geen goede papa ben geweest.”
Hij zet haar op de grond en ze rent naar de deuropening, waar ze zich naar hem omdraait. “Oma heeft een kerstboom. Hebben we die thuis ook?”
Nick schudt zachtjes zijn hoofd. “Nog niet, maar als we thuis zijn, gaan we hem samen versieren, oké?”
Mia knikt en rent het huis in. Nick wil haar volgen, maar zijn moeder staat in de deuropening. “Het is goed om je weer eens nuchter te zien. Blijft dat ook zo?”
“Ik ga eraan werken. Vandaag heb ik iemand ontmoet die me daarbij wil helpen.”

Op kerstavond kijkt Christine vanuit de spiegel toe hoe Nick samen met Mia de kerstboom versiert. Als de boom staat, gaan vader en dochter op de bank zitten met een grote mok warme chocolademelk en kijken samen naar The Muppet Christmas Carol. Christine knikt tevreden en draait zich om. Ze kijkt nog een keer om zich heen in de hut, voordat ze naar buiten gaat, waar ze verdwijnt in de smeltende sneeuw.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *