Karels Kerst

Het was al laat toen Karel uit de limousine stapte. Een bediende opende de deur en nam zijn jas aan. Karel liep naar het dressoir in de woonkamer en schonk zichzelf een glas Whisky in.
‘Mijnheer? Dit is vandaag met de post gebracht.’ De bediende liet Karel alleen met een grote gele envelop. De DVD die hij er uit haalde, stopte Karel in de DVD-speler. Vanuit zijn luie stoel bij het raam zag hij een gezicht dat hij ooit gekend had, maar bewust was vergeten.

‘Karel,’ spraken de lippen op het scherm, ‘wat is er toch met je gebeurd? Sinds je die… je bent veranderd. Het spijt me dat ik je op deze manier moet benaderen. Maar na mijn vorige bezoek… Ik vond wat oude films die pa heeft gemaakt toen we klein waren. Dat waren nog eens tijden.’

Karel baalde. Hij wilde dit niet zien, maar de afstandsbediening lag te ver weg om te pakken. Hij zag zichzelf in beeld verschijnen. Hij was een jaar of acht en keek toe hoe zijn moeder het kerstcadeau dat hij op school voor haar had gemaakt, opende. Het was een asbak van klei, maar zijn moeder heeft het ding een jaar lang gebruikt als zeepbakje. Ze rookte niet. Het beeld versprong naar zijn tiende verjaardag. In één adem blies hij de kaarsjes uit. Blozend nam hij het applaus van zijn familie in ontvangst. Van zijn verjaardag belandde Karel bij de scouting. Hij ontving een oorkonde. Samen met drie andere jongens had hij vrijwillig geholpen met het aanpassen van het clubhuis, zodat een groep lichamelijk gehandicapten er een paar weken vakantie kon vieren.

Het hoofd van zijn broer verscheen weer in beeld. ‘Ik heb nog meer films. Maar jou kennende… zoals je geworden bent, zie je liever niets meer. Zo heb ik nog de film van je bruiloft. Ik zie je nog staan voor dat altaar. Je kon niet wachten tot je Sasha kon kussen. Dat was de laatste film die pa heeft gemaakt. Je was behoorlijk overstuur op de begrafenis… dat was wie jij was. Iemand met medeleven en emoties. Toen wel.’ Karel schudde zijn hoofd. Wat probeerde zijn broer in godsnaam te bereiken met deze film? Alsof hij zo’n slecht mens geworden was.

Hij wilde zijn bediende roepen om de televisie uit te zetten, maar hij wist zijn naam niet. Hij was te moe om zelf op te staan. Dus volgde Karel het relaas van zijn broer, die memoreerde aan de jackpot van de Staatsloterij. Met enige trots hoorde Karel zijn broer aan, toen die uit de doeken deed hoe hij een succesvol vastgoedhandelaar werd. Zijn trots werd echter de kop ingedrukt toen zijn broer de scheiding aanhaalde. ‘Sasha had het goed gezien, toen ze je verliet. Ze kreeg geen cent van je en je was veranderd… je was jezelf niet meer. En het deed… doet je echt helemaal niets.’ Karel wilde niets weten van wat op het beeldscherm verscheen, maar toch hadden de beelden een onverklaarbare aantrekkingskracht op hem.

‘Karel, dat was eens. Maar heb je enig idee wat er van je geworden is? Ik heb met je secretaresse gesproken. Ze nodigde me uit bij haar thuis.’ Langzaam verdween zijn broer van het scherm en zag hij zijn secretaresse. Ze bevond zich in een bijna lege kamer. Ze zat op een vieze bank en haar zoontje lag naast haar, met een deken over zich heen. ‘Kijk,’ hoorde Karel de stem van zijn broer, ‘zo woont je secretaresse. De medewerkster die zich dag en nacht uitslooft voor je, maar aan wie je niet eens een voorschot op haar loon wil geven. Haar zoontje wordt niet meer beter. Misschien is dit wel zijn laatste kerst. En jij gunt het ze niet eens om daar nog iets moois van te maken.’ ‘Als je het zo zielig vindt, geef jij haar toch haar zin,’ antwoordde Karel hoofdschuddend, ‘alsof ik er wat aan kan doen dat dat kind ziek is geworden. Ik ben verdomme de Kerstman niet! ‘ ‘Waar is je sociale kant gebleven?’ Zijn broer ging stug door in de film. ‘De Karel die ik kende, zou niet hebben getwijfeld om haar te helpen…’ ‘Ik ga toch niet de ellende van anderen oplossen! Al die bedelbrieven die ik kreeg na die jackpot… ik werd er gek van. Gek, hoor je,’ verdedigde Karel zichzelf. ‘Maar dit… dit wist ik niet…’

‘Vroeger heb je wel eens gezegd dat je beroemd wilde worden. Nou, het is je gelukt. Kijk maar.’ Karel zag hoe hem onbekende mensen in beeld verschenen en de vraag kregen of ze Karel kenden. ‘Dat is toch die gierige winnaar van de loterij? ‘ ‘Akelige vent. Ik zag hem laatst op tv en zapte kokhalzend weg.’ ‘Dat die vent nog leeft zeg. Jammer dat niemand het lot een handje heeft geholpen.’ Karel schudde zijn hoofd. ‘Waarom zijn die mensen zo respectloos? Ik ben…’ Zijn broer onderbrak zijn monoloog. ‘Dan is er nog één ding dat ik je wil laten zien.’

Het beeld verplaatste zich naar een kerkhof. Het beeld bewoog op en neer bij iedere stap die de cameraman zette. Hij hield halt aan het einde van het pad. De camera zoomde in op de grafsteen van ene R.G. Fortuyn. ‘Mag ik je voorstellen? De heer Fortuyn. Zijn voornamen weet ik niet, maar iedereen vindt dat de initialen perfect bij hem passen. Hij was een rijke giergaard. Net als jij. Zoals je ziet, zijn graf is verwaarloosd. Niemand die zich om hem bekommerd. En als je niet uitkijkt, dan wacht jou hetzelfde lot. Niemand die je ooit nog bezoekt. Zelfs ik kan dat niet meer opbrengen. Dat was al wat ik je wilde zeggen. Vrolijk kerstfeest, Karel.’

Toen het beeld zwart was geworden, stond Karel eindelijk op uit zijn stoel en schonk zichzelf een nieuwe Whisky in. Waarom had zijn broer hem in godsnaam zo’n schuldgevoel bezorgd? Met zijn vinger opende Karel het gordijn. Buiten zag hij vrolijke mensen voorbijlopen. Aan de andere kant van de straat stond een grote kerstboom in de tuin en de gevel was kleurrijk verlicht. Karel voelde het bloed in een hoog tempo door zijn aderen stromen. Een gevoel van eenzaamheid maakte hem misselijk. Met het lege glas in zijn hand liep hij naar zijn werkkamer. Hij startte zijn e-mailprogramma op. Gelukkig, hij had het adres nog. ‘Het spijt me. Al wat ik bezit is voor jou. Gebruik het verstandiger dan ik heb gedaan. Karel.’

Nadat hij de verzendknop had aangeklikt, haastte hij zich naar de limousine. Hij gaf de chauffeur 50 euro en kroop zelf achter het stuur. Hij keek op de digitale klok in het dashboard en trok met piepende banden op. Als hij doorreed kon hij de laatste trein nog halen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *