De schim van mijn kerstverleden

Ik ontmoette mezelf op de hoek van de Vondelstraat en de Tollenslaan. Ik herkende het kind meteen als mezelf, acht jaar oud. Ik zat voor het hoekpand waar vroeger de buurtsuper zat, met mijn blauwe sjaal stevig om mijn hals geknoopt. Mijn hoofd ging schuil onder de rode muts met groene kerstbomen die mijn oma had gebreid.

Hoewel ik in 24 jaar behoorlijk veranderd was, herkende de jongen mij ook.
“Ik heb het koud, laten we naar huis gaan. Naar de kerstboom.”
Zo klonk mijn stem dus toen ik jong was. Zwijgend vroeg ik me af welk huis hij bedoelde. We konden niet naar het huis dat ik kende toen ik zijn leeftijd had. Sinds mijn moeder overleden is, wonen daar andere mensen. En dus nam ik mezelf mee naar mijn eigen huis. Lees verder

Kille ruïnes

Terwijl de decemberkou tot onder de deken doordringt, zit Floor met opgetrokken knieën tegen de bakstenen boogmuur van de brug over de oude trekvaart. Van het vuur rest weinig meer dan nagloeiende as. Met haar duim en wijsvinger wrijft ze over het medaillon om haar nek. Haar blik staart over het water, verloren in de eindeloosheid van de nacht.

Een rilling trekt door haar lichaam als ze denkt aan de tijd dat dit water de speeltuin van haar en haar broer was. Op een warme zomerdag was het hun zwembad, in de winter hun schaatsbaan. Maar nu is het niets meer. Haar moeder zal haar niet binnenroepen voor het eten, haar vader zal haar niet filmen. En Bas zal haar niet de kieteldood geven. Hij zit ergens in een besneeuwd berggebied met zijn vrienden. Lees verder

Karels Kerst

Het was al laat toen Karel uit de limousine stapte. Een bediende opende de deur en nam zijn jas aan. Karel liep naar het dressoir in de woonkamer en schonk zichzelf een glas Whisky in.
‘Mijnheer? Dit is vandaag met de post gebracht.’ De bediende liet Karel alleen met een grote gele envelop. De DVD die hij er uit haalde, stopte Karel in de DVD-speler. Vanuit zijn luie stoel bij het raam zag hij een gezicht dat hij ooit gekend had, maar bewust was vergeten.

‘Karel,’ spraken de lippen op het scherm, ‘wat is er toch met je gebeurd? Sinds je die… je bent veranderd. Het spijt me dat ik je op deze manier moet benaderen. Maar na mijn vorige bezoek… Ik vond wat oude films die pa heeft gemaakt toen we klein waren. Dat waren nog eens tijden.’ Lees verder

Kerstpost

Ik werd wakker op de sofa bij het raam. Mijn moeder had een dekentje over me heen gelegd. Ze zat naast me en streek met haar hand door mijn haren. De geur van de oven hing in huis. Mijn moeder drukte haar lippen op mijn voorhoofd en liep naar de keuken.

Ik klom omhoog en staarde over de rugleuning de tuin in. Met mijn vijf jaar oude wijsvinger maakte ik een gat in de condens. Het had gesneeuwd die nacht en het maagdelijke sneeuwdek was verstoord door voetstappen. ‘Papa,’ schreeuwde ik. Ik rende naar de voordeur. Op de mat lag een zelfde witte envelop als het voorgaande jaar. Mijn moeder bewaarde zijn brief. De envelop, die ik onder mijn matras bewaarde, had ik het afgelopen jaar bijna iedere dag bekeken. Lees verder